De vishandel van Henk Selier aan het Zwaanshals is voor iedereen in het Oude Noorden een begrip. Achterin de zaak staan bakken met de meest uiteenlopende vissoorten uitgestald, zodat de klanten ze goed kunnen bekijken. Want de klantjes van Selier weten over het algemeen precies wat ze willen. Twee vrolijke winkeljuffrouwen staan achter de toonbank; de hele dag zijn ze druk in de weer.

Mijn vader is hier begonnen in 1935" vertelt Henk terwijl hij vakkundig een visje fileert. "Toen verkochten ze natuurlijk alleen maar Hollandse vissoorten. Maar de laatste jaren heb ik het assortiment helemaal aangepast aan de wensen van de klanten uit andere streken. Tja, het Oude Noorden is nu eenmaal veranderd en je moet met de tijd meegaan, wil je zakelijk overleven. Maar het is hier nog steeds een gezellig stekkie, hoor! Ik heb veel geleerd de laatste jaren: wij communiceren hier in alle talen, als het moet met handen en voeten!"
"Ja hoor," verklaart de winkeljuffrouw opgewekt. "Als ik aan een klant wil vragen of de kop eraf moet dan maak ik zo’n snijgebaar, weet je wel, bij m’n nek. Nou, dat snapt iedereen, da’s duidelijk!" Selier: "Onze klanten komen overal vandaan. We krijgen heel veel Marokkanen hier maar ook mensen uit Turkije, Kaapverdië, de Antillen, Somalië. En allemaal hebben ze voorkeur voor de vissoorten die in hun land veel gegeten worden. Dan vragen ze bijvoorbeeld om levrek (zeebaars) of allebak ("dat is forel!" roept de winkeljuffrouw) of hamsi (ansjovis). Als de moskee uitgaat komen veel bezoekers hier naartoe om vis te halen, dan is het extra druk. En weet je wat ook zo leuk is? Er wordt natuurlijk veel over recepten gepraat hier. Nou, als je dan maar even vraagt van "is dat lekker" dan staan ze binnen de kortste keren op de stoep… om het te laten proeven!"

Selier: "Kaapverdianen zijn dol op pulpo, da’s inktvis. Daar maken ze salade van. De pulpo moet eerst een half uurtje koken, dan halen ze de harde stukjes eruit en daarna wordt-ie in stukjes gehakt. Dat wordt dan weer vermengd met stukjes rode, groene en gele paprika. Dat ziet er heel mooi en kleurig uit. Aanmaken met azijn en olie."

Abdelmajid: "Twee keer in de week eten wij vis. Mijn vrouw en ik maken het samen klaar. Je neemt sardines en horsmakreeltjes, kleine makreeltjes. Die moeten knapperig gebakken worden in de koekenpan. Je dient het op met Charmilla: dat is een Spaanse saus van veel tomaten, uien en knoflook, Marokkaanse kruiden en komijn. Wij koken een beetje Spaans want wij komen uit de buurt van Al Hoceima, dat ligt vlak naast één van de Spaanse gebieden in Marokko. Door de kruiden krijgt dit gerecht een lekkere aparte smaak. Je eet het met salade, aangemaakt met olie en een heel klein drupje azijn."

Farida: "Ik ga samen met mij ouders eten. We gaan sardientjes klaarmaken, die worden gevuld met garnalen – nee, die garnalen vallen er niet uit, want na het vullen "speld" je het sardientje weer dicht met een houten stokje, zeg maar een tandenstoker. Het is wel even werk maar daar nemen we de tijd voor. En dan wordt het gefrituurd. Lekker!"

Josephine (uit Spanje) : "Vissoep voor de bambino! Mijn zoon is al 37 jaar, maar speciaal voor hem maak ik met altijd vissoep van verschillende soorten vis. Dat vindie zo lekker!"