|
De politie had
het vroeger
ook al moeilijk
SCHIETPARTIJ OP HET
ZWAANSHALS In het jaar 1930 werd een nietsvermoedende burger op zijn balkon van zijn huis aan het Zwaanshals om onbekende reden beschoten met een jachtgeweer. "De kogelgaten zitten in m’n balkon." aldus de man, die gelukkig ongedeerd bleef. De buurt reageerde geschokt. De politie tast tot op heden in het duister omtrent het motief van de dader. POLITIEMAN NEERGESLAGEN OP DE JACOB CATSSTRAAT In het jaar 1890 werd een politieman aan de Jacob Catsstraat neergeslagen door de zoon van een vrouw die hij wilde arresteren wegens "het te laat kloppen van kleedjes". De zoon werd gearresteerd en meegenomen naar het politiebureau. Hij moest één nacht in de cel doorbrengen. De rest van zijn leven bleef dit feit opgetekend in zijn dossier. ZONDER PARDON DOODGESCHOTEN In het jaar 1865 werd er door de bewoners van het Zwaanshals geklaagd over "gevaarlijke loslopende slagershonden". Deze slagershonden (zo noemde men toentertijd de trekhonden die bijvoorbeeld de melkkar trokken) maakten de wijk onveilig en de bewoners vonden dat daar wat aan gedaan moest worden. De honden waren behoorlijk groot, denk maar aan het formaat Sint Bernardhond. De politie kreeg opdracht om hard op te treden. De honden werden zonder pardon doodgeschoten. De Dierenbescherming had je toen nog niet. |
|||||||||